Bodembedekkers zijn, zoals het woord al zegt, planten die de bodem bedekken. Dat kunnen lage vaste planten zijn, maar ook vetplanten, heesters, rozen of coniferen.
Het voordeel van bodembedekkers is dat ze zo dicht op elkaar groeien dat er geen onbegroeide plekken zijn. De bodem onder de planten blijft beter vochtig en de temperatuur blijft gelijkmatiger. Ook het bodemleven onder bodembedekkers krijgt alle kans, want het wordt met rust gelaten. Je gaat immers niet tussen je planten wroeten als ze net lekker aaneengesloten zijn. Als je een wintergroene bodembedekker kiest, dan ziet je tuin er in de winter ook nog aantrekkelijk uit. Maar het grootste voordeel is dat onkruid nauwelijks kans krijgt. Hoe meer bodembedekkers, hoe minder je hoeft te wieden.

Welke bodembedekkers doen het op VTV Blijdorp?
Hier wat suggesties voor bodembedekkers die het in ons complex redelijk doen.

Wintergroen, ca. 10 cm hoog, zodenvormend, dus weer makkelijk in te perken:

  • zenegroen (ajuga reptans): paars-groen-zwart blad met paarse kaarsbloemen in mei, vermeerderen door uit elkaar te planten
  • hoornbloem (cerastium): grijs langwerpig blad met witte bloemen in mei (na de bloei met de heggeschaar eroverheen), vermeerderen door uit elkaar te planten
  • maagdenpalm (vinca minor): donkergroen blad met paarse bloemen in maart/april (in februari met de heggeschaar erover, dan zie je de bloemen goed), vermeerderen door zode te delen
  • klimop (hedera helix): donkergroen blad, geen bloemen, oudere struik maakt wel groene bloemen, kan struiken en bomen verstikken, dus laat hem niet omhoog groeien, ook geschikt voor groene afscheidingen (door gaas laten groeien), vermeerderen door stekken
  • lievevrouwebedstro (galium odoratum): stervormige blaadjes met witte bloemetjes in april
  • waldsteinia ternata: groen blad met gele bloemen in april, vermeerderen door zode te delen
  • penningkruid (lysimachia nummularia): serie kleine groene blaadjes aan een slappe stengel en gele bloemetjes in juni, vermeerderen door zode te delen
  • steenanjer (dianthus deltoides): kleine groene blaadjes met roze bloemetjes in juni (daarna de heggeschaar eroverheen), makkelijk vermeerderen door te zaaien – grond moet niet te nat zijn
  • paarbladig goudveil (chrysosplenium oppositifolium): harige groene blaadjes en kleine groengele bloempjes in april, vochtig en liefst in de schaduw
  • pachysandra terminalis: frisgroene bladeren met witte bloemen in april
  • ezelsoor (stachys byzantina): grijsgroene, superzachte bladeren (als ezelsoortjes) met roze bloemen op lange stelen in juni, liefst wat drogere grond en zon, vermeerderen door zode te delen
  • schildersverdriet/steenbreek (saxifraga): rozetvormen van bladeren waaruit in juni een dunne steel komt met een witroze schermbloem, vermeerderen door zode te splitsen
  • madeliefje (bellis perennis): lage rozetvormige bladeren en witte bloemen met geel hartje (wie kent ze niet), voor wie durft is dit een hele leuke bodembedekker als je er een zode van laat groeien, bloeit in april, als je ze afknipt blijven ze bloeien

Wintergroen, ca. 30 cm. hoog, zodenvormend, dus weer makkelijk in te perken:

  • ooievaarsbek (geranium maccrorhizum): niet de rode geranium van de bloembakken, maar de vaste plant ooievaarsbek, groen geurend blad met roze bloemen in mei, voorkomt gegarandeerd onkruid, vermeerderen door stengel los te trekken en elders in de grond te zetten (wel even alle bladeren afknippen behalve de jongste, anders gaat alle kracht naar het in stand houden van de bladeren i.p.v. het aanmaken van wortels) andere soorten ooievaarsbek zijn ook goede bodembedekkers
  • nagelkruid (geum … allerlei soorten): groene bladeren met b.v. oranje bloemen op lange dunne stengel, met een beetje mazzel bloeit hij van mei tot september, zaait zich uit
  • longkruid (pulmonaria officinalis): gevlekte (op longen lijkende) bladeren met paars-roze bloemetjes in maart, zaait zichzelf vrolijk uit
  • purperklokje (heuchera): paarsgroene bladeren met rozewitte bloemen in juni, zaait zich uit

Niet wintergroen, ca. 30 cm hoog, breed groeiende plant:

  • vrouwenmantel (alchemilla mollis): grijsgroene bladeren waar mooi waterdruppels op blijven liggen en groengele bloemen in juni, zaait zich vrolijk uit
  • hosta (asparagaceae): veel soorten met groene, grijze of bonte bladeren, bloemen zijn wel hoog, maar bladeren bedekken bodem goed, wel een favoriet slakkenkostje
  • Oost-Indische kers (tropaeolum majus): ronde groene bladeren met smakelijke oranje of gele bloemen, eenjarige die makkelijk te zaaien is, kan niet tegen vorst

Andere bodembedekkers
Verder zijn er nog diverse soorten vetplanten, phloxen, tijm e.d., maar die vereisen een drogere grond dan in onze tuinen, dus daar moet je iets speciaals voor doen, zoals een verhoging maken. Ook laagblijvende coniferen, lage struikheide en b.v. de roze struikroos ‘The Fairy’ zijn goede bodembedekkers. Die hebben dan wel wat ruimte nodig.

Pas op: schijnaardbei met gele bloempjes (potentilla indica), houttunya, bosandoorn, zevenblad, havikskruid, puntwederik (eigenlijk veel planten uit de lysimachia familie) en bamboe zijn enorme woekeraars. Het begint leuk, maar binnen de kortste keren zijn zij jou de baas en heb je een probleem in je tuin.