“Mijn vriendin is in 2004 begonnen met tuin 69. In het begin begreep ik haar helemaal niet. Wat moet je hier op zo’n volkstuincomplex? Ik vond dat vooral iets voor oude mensen. Wat ik wel leuk vond, was om het huisje te bouwen in tuin 69. Langzaam maar zeker begon ik het steeds leuker te vinden in de tuin. Toen ik met het dak bezig was en over tuin 70 uitkeek die toen ook al een tijdje leeg stond, bedacht ik me dat ik die tuin wel wilde. Die heb ik nu sinds januari 2006. Daarop ga ik ook een nieuw huisje bouwen. Iets groter, zodat wij hier ook kunnen overnachten.

Het lijkt me wel lekker hier gewoon te kunnen zitten als alles klaar is en te genieten van het buiten zijn. Dat vind ik het meest bijzondere. Dat je zo dicht bij het centrum van Rotterdam bent, maar dat het hier toch voelt alsof je helemaal buiten bent. Ik ben ook wel trots op wat wij in zo’n korte tijd bereikt hebben in de tuinen. Het vervelendste karwei vond ik de huisjes slopen en alle rotzooi afvoeren.

Ik hoop dat ik een positieve bijdrage kan leveren aan de vereniging. Een vereniging moet het nu eenmaal hebben van de inzet van de leden. Ik leer steeds meer andere leden kennen. Zeker toen ik bezig was met de bouw van het huisje in tuin 69, kwamen veel mensen langs om een praatje te maken. Ik geef graag tips over kluswerk. Want het is zo belangrijk dat je niet alleen je tuin onderhoudt, maar ook je huisje. Hoe langer je het uitstelt, hoe erger het wordt. Totdat het niet meer te overzien is. Dan heb je pas echt een probleem. Dat hebben wij gezien in tuin 69 en 70. Die huisjes waren te slecht geworden om nog op te knappen. Maar gelukkig vind ik het leuk om huisjes te bouwen.”

interview: februari 2007