Marjo: “Ik ben helemaal verslaafd aan de tuin. Ik werk parttime en als het even kan, dan kom ik naar de tuin toe. Wij zijn nu negen jaar bij de vereniging. Ik wilde altijd al een tuin, maar wij wonen op een bovenwoning. Toen wij op bezoek kwamen bij een vriend die een volkstuin had, was ik meteen verkocht. Eerst zaten wij vooraan in het complex, maar die tuin verdwijnt door Plan Zestienhoven. Sinds twee jaar hebben wij nu deze tuin, achteraan bij de vlindertuin.

In het begin wisten wij nog niets van tuinieren. Wij namen een goede tuin over en hoefden die eigenlijk alleen maar bij te houden. Ik verzamelde alles wat met tuinieren te maken had. Ik heb een map gemaakt met foto’s, aantekeningen en stukjes over planten. Zo leerde ik over tuinieren. Ik heb ook veel geleerd van mijn buren aan wie ik advies kon vragen.

Toen wij twee jaar geleden deze tuin namen, hebben wij het anders aangepakt. Wij hebben een plan gemaakt rondom de beeld-bepalende dingen die er al waren. Bijvoorbeeld de Gunnera. Ik blijf me daarover verwonderen.
’s Winters zie je niets, maar ’s zomers staan er gigantisch grote bladeren in de tuin. Dat stuk van de tuin heeft nu een tropisch tintje. In een ander stuk staan rozen. Eigenlijk is de tuin te klein voor al onze plannen. Want plannen blijf je maken en een tuin is ook nooit af.

Gelukkig is de overgang van onze oude tuin naar deze nieuwe tuin goed uitgepakt en zijn wij er uiteindelijk op vooruit gegaan. Al moet ik wel zeggen dat ik met tranen in mijn ogen stond toen ik zag dat de prachtige Robina Acacia in onze oude tuin was omgezaagd. Met het bestuur was afgesproken dat die voorlopig kon blijven staan. Maar de aannemer had daar blijkbaar andere ideeën over.”

Hans: “Dit huisje was slecht en vies. Wij hebben alles rigoreus weggebroken. Er ging veel werk zitten in het opknappen van deze tuin. Ik ben er nu ongeveer een dag in de week om te werken aan de tuin. Ik doe meestal het kluswerk en Marjo is bezig met de plantjes. Tegenwoordig zijn wij ook actiever in de vereniging. Voor de website, de Groene Blijdorper, de etentjes en nog wat andere klussen. Soms hoor je tijdens werkbeurten dat mensen negatief zijn over de vereniging. Dat vind ik jammer. Ik heb gemerkt dat als je zelf het initiatief neemt om iets te doen wat je zelf ook leuk vindt, dat dat positief werkt.

Maar ik begrijp ook wel dat niet iedereen tijd over heeft om in de vereniging te steken.

Het is lekker om zoveel ruimte om je heen te hebben, hier in de tuin. Er zijn veel verschillende vogels en ze zijn ook erg aanwezig met hun gefluit. Ik heb zelfs een kolibrievlinder gezien. Dat vind ik toch wel heel bijzonder.”

interview: maart 2007