Een smaakmaker voor het komende voorjaar. Tot in december kun je nog bollen planten. Koop of bestel dan wel de biologisch gekweekte soorten. Onlangs werd nog weer bekend dat op alle andere heel erg veel gif zit en veel gif wordt gebruikt bij de teelt en bewaring. Veel bol- en knolgewasjes horen tot de stinzenplanten. Hierover vond ik het volgende artikel op www.allesoverbloembollen.nl.

 

STINZENPLANTEN

Enkele bloembollen worden naast verwilderingsbol ook wel ‘stinzenplant/stinzenbol’ genoemd. Het is een verzamelnaam voor een groep, met name knol-, bol- en wortelstokgewassen, verwilderende voorjaarsbloeiers. Een aantal soorten wordt gezien als begeleider van stinzenplanten. Ze groeien daar waar de stinzenplanten groeien, zoals Fluitekruid (Anthriscus sylvestrus), Zevenblad (Aegopodium podagraria), brandnetel (Urtica dioica), Kraailook (Allium vineale) en Speenkruid (ficaria verna). Het zijn verwilderde tuinplanten die in de 15e eeuw uit verre oorden naar Nederland werden gehaald om op buitenplaatsen (stinzen) te planten. Het zijn vooral de voorjaarsbloeiende bloembollen die als stinzenplant worden aangeduid. Eenmaal geplant, werd er niet meer naar omgekeken. Velen van hen overleefden het niet, maar pasten zich aan en verwilderden zelfs. Ze zijn goed ingeburgerd in Nederland en verwilderen makkelijk. De term stinzenplant is afgeleid van het Friese woord ‘stins’ dat ‘stên hûs’ of steenhuis betekent. De eerste stinzen waren niet meer dan een vierkante stenen wachttoren naast een houten huis of boerderij. In de middeleeuwen was baksteen een schaars en duur product, alleen de landadel kon het zich veroorloven een stins te laten bouwen. De meeste stinzen zijn tussen 1200 en 1400 gebouwd als een versterkt stenen huis in de vorm van een toren. Later hebben veel van deze stinzen zich ontwikkeld tot landgoederen. De stinzenplanten zijn vanaf de 16e eeuw uit Midden- en Zuid-Europa aangevoerd waar ze groeiden in bossen en bergweiden. Ze groeien vaak onder loofbomen en zijn de eerste planten die bloeien in de lente. Ze verwilderen via zaad dat door mieren wordt verspreid. Aan elk zaadje zit een zogenaamd mierenbroodje, een voedselrijk aanhangsel dat de mieren meenemen naar hun nest. Je kunt ook zelf zaad winnen. Laat de plantjes afsterven, pluk het rijpe zaad en verspreid direct in de tuin. Het duurt 3 à 4 jaar voordat de eerste bloemen bloeien. Het vermeerderen via zaad werkt het best met zaad van wilde soorten. Meestal worden er hybriden verkocht en die zetten geen zaad. Wilde soorten zijn te herkennen aan de wetenschappelijke naam. Als er een cultivarnaam bij staat (meestal het derde woord in de naam), dan is het geen botanische soort, bijv. Galanthus nivalis ‘Atkinsii’.

Waar zijn stinzenplanten nog te vinden?

Stinzenplanten komen vooral voor op de stinzen in Friesland (zie http://www.statenstinzen.nl/staten-en-stinzen/ voor een overzicht van de stinzen in Friesland), maar komen ook voor op andere buitenplaatsen zoals: Coendersbos in Nuis (Groningen), Iwema Steenhuis in Niebert (Groningen), Landgoed Leyduin in Vogelenzang (Noord Holland), Sypesteyn in Loosdrecht (Utrecht), Landgoed Hackfort in Vorden (Gelderland), Landgoed Elswout in Overveen (Noord Holland) en kasteel Nijenrode in Breukelen aan de Vecht (Utrecht).

Stinzen soorten

Tegenwoordig worden de volgende soorten gezien als stinzenbol: Allium ursinum, Anemone blanda ‘Blue Shades’, Anemone nemerosa, Anemone nemerosa ‘Robinsoniana’, Anemone nemerosa ‘Vestal’, Anemone ranunculoides, Arum italicum, Arum maculatum, Chionodoxa forbesii, siehei, Chionodoxa sardensis, Colchicum autumnale, Corydalis solida, Crocus tommasinianus, Eranthis hyemalis, Fritillaria meleagris, Galanthus elwesii, Galanthus nivalis, Galanthus nivalis ‘Flore Pleno’, Hyacinthoides hispanica, Leucojum aestivum, Leucojum vernum, Muscari botryoides, Muscari comosum, Muscari latifolium, Narcis pseudonarcissus lobularis, Narcis pseudonarcissus obvallaris, Narcis poeticus recurvus, Ornithogalum nutans, Ornithogalum umbellatum, Scilla bifolia, Schilla siberica en botanische tulpen zoals Tulipa sylvestris, Tulipa batalinii en Tulipa clusiana.
In de 17e eeuw waren dat: Galanthus nivalis, Leucojum vernum, Leucojum aestivum, Muscari botryoides, Narcissus jonquilla, Narcis pseudonarcissus, Ornithogalum soorten en Scilla bifolia.
In de 16e eeuw waren dat: Leucojum vernum en Scilla bifolia.

Waar en wanneer groeien stinzenplanten?

Stinzenplanten groeien goed in een bostuin, het gazon, borders tussen vaste planten of bodembedekkers maar ook bij of onder bladverliezende heesters en loofbomen, maar niet onder coniferen. Ze hebben voldoende licht nodig. Ze houden niet van natte zware klein, maar van humeuze, niet te zure grond. De grond maak je minder zuur door kalk toe te voegen, bijvoorbeeld in de vorm van schelpen. Op de website van Stinze-Stiens is een stinzenflora-monitor (https://www.stinze-stiens.nl/stinzenflora-monitor/) te vinden. Dat is een hulpmiddel om te zien waar, wanneer welke soort stinzenplant bloeit. Deze monitor beperkt zich voorlopig tot een beperkt aantal historische terreinen in Fryslân, en één in Gelderland met een fraai ontwikkelde stinzenflora. Op de website https://www.verspreidingsatlas.nl/vaatplanten is te zien welke soorten waar in het wild voorkomen in Nederland.

Stinzenflora app

Er is een stinzenflora app beschikbaar. Deze gratis app geeft een compleet overzicht van de Nederlandse stinzenplanten. De app is gemaakt met Stinzenflora kenner Heilien Tonckens en heeft prachtige foto’s van Natuurfotograaf Wil Leurs. De Stinzenflora app is ontwikkeld met financiële bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Friesland en de Douwe Kalma Stichting en met medewerking van de Friese Vereniging voor Veldbiologie (FFF). De Stinzenflora app is gratis te downloaden in Google Play via de link Stinzenflora app: https://play.google.com/store/apps/details?id=nl.nature2u.stinzeapp .

Meer lezen en kijken over stinzenplanten?

Lees een interessant artikel van Trudi Woerdeman op http://dewarande.nl/publicaties/StinzenplantenTuinhistorie-T.Woerdeman-2009.pdf. Willem van Riemsdijk heeft een interessante blog geschreven over ‘Stinzenplanten. Waar hebben we het over? What’s in a name?, zie www.stinze-stiens.nl/blog/waar-hebben-we-het-over-whats-in-a-name/ .Maar ook ophttp://www.stinsenplanten.nl/https://www.stinze-stiens.nl en http://www.stinzenflorafryslan.nl/ is veel informatie te vinden.
In 2017 heeft het TV programma ‘Binnenste Buiten’ een item uitgezonden over stinzenplanten. Bekijk hier het filmpje: https://binnenstebuiten.kro-ncrv.nl/fragmenten/stinzenplanten-in-stiens.

Begin 2020 is het boek ‘Basisgids Stinzenplanten’ verschenen (ISBN 9789050117104) en het boek Stinzenplanten in Fryslân (ISBN 9789056156220).

Door Ria, tuin 22 (heeft veel stinzenplanten in de tuin!)

Photo by Laura Ockel on Unsplash