Zaterdag 26 mei jl. was er een leerzame rondleiding in de Vlindertuin; Ria gaf voorlichting hoe de Vlindertuin tot stand is gekomen.

Het had best veel voeten in de aarde om tot deze verwilderde biotoop te komen. Wel maaien of niet maaien en hoe vaak. Na veel experimenteren is men tot dit prachtige resultaat gekomen. Veel soorten grassen en planten zijn voor heel veel verschillende insecten een schuilplaats en broedplaats geworden.

Vlinders zijn zeer graag gezien gasten in de tuinen en ze zijn bovendien ook heel nuttig, want ze helpen bij de bestuiving. Doordat geschikte habitats schaarser worden, spelen tuinen een steeds belangrijkere rol in de bescherming van de vlinders. Hoe gevarieerder de structuur en de vegetatie van de tuin, hoe beter de vlinder er terecht kan voor zijn verschillende levenscycli: ei, rups, cocon, volwassen vlinder. Droog gras, klimplanten, takken en droog kreupelhout in de tuinen zijn schuilplaatsen waar vlinders de winter kunnen doorbrengen.  Nectarleveranciers zoals de Vlinderstruik worden dankbaar door verschillende bijen, hommels en vlinders bezocht.

Voor het eerst dit jaar zijn er bijenkorven geplaatst in de vlindertuin en de imker Audrey vertelde hoe de honingbij leeft. We zijn heel veel te weten gekomen over de honingbij en hoe een bijenvolk in zo’n bijenkorf leeft.

 

blank

Wanneer de honing geslagen gaat worden, wil Audrey graag laten zien hoe dit in zijn werk gaat.

Bijenweetjes
  • Een bijenvolk verbruikt 40 tot 50 kilo stuifmeel (pollen) per jaar.
  • Een bijenvolk bestaat uit 50.000 tot 60.000 bijen.
  • Een bij leeft 6 weken, behalve de winterbij zij leeft 5 maanden.
  • Een koningin kan tot 2000 eitjes leggen per dag.
  • Een bij moet ongeveer 3 kilo nectar halen voor het maken van 1 kilo honing.
  • Een bij slaat 200 keer per seconde met zijn vleugels.
  • Een koningin kan 5 jaar oud worden.
  • Een bij vliegt 1 keer de wereld rond voor 1 kilo honing.
  • Een dar wordt geboren uit een onbevrucht eitje.
  • Een werkster en een koningin worden uit een bevrucht eitje geboren.
  • Een werksterlarve wordt 3 dagen gevoerd met koninginnegelei  en 3 dagen met een mengsel van honing en stuifmeel.
  • Een koninginnelarve wordt 6 dagen gevoerd met koninginnegelei (royal jelly).