Verwilderingsbollen

De afgelopen jaren hebben we een paar duizend verwilderingsbloembollen gepoot in de algemene perken op ons volkstuincomplex. Grote kans dat deze talloze bloembolletjes de kop opsteken het komend voorjaar.
De verwilderingsbol is misschien wel de meest onderhoudsvriendelijke en kleurrijke plant die er bestaat!

Plant een bol, succes verzekerd.

Verwilderingsbollen staan in de Voortuin bij het verenigingsgebouw, het grasveldje in de Vlindertuin, maar ook onder de bomen in de Bostuin en in het Prunusperk (naast de afgelopen jaar gepote botanische tulpjes, blauwe druifjes en sieruien).

Winterhard

Een bloembol is een hele plant in opgevouwen vorm. In het voorjaar rekt de plant zich uit en trekt zich weer terug na haar bloei. Een bol is een verdikt orgaan gevuld met reservevoedsel. Die voorraad gebruikt de plant om te groeien en te bloeien. Aan het eind van het groeiseizoen sterven de bovengrondse delen en de wortels af. In het voorjaar ontwikkelen de zijknoppen van de bol zich tot nieuwe bollen. Meestal duurt het enkele jaren voordat deze nieuwe bolletjes groot en sterk genoeg zijn om een bloem te torsen. De bloembollen zijn tussen andere planten geplant zodat de bladeren kunnen afsterven en de bol ondergronds blijft leven. Een verwilderingsbol is een winterharde bol en plant je het beste in het najaar. Zie voor verkoopadressen ons bijvriendelijke biobolartikeltje hier.

Onderhoudsvriendelijk

Verwilderingsbollen zijn onderhoudsvriendelijk. Als je een verwilderingsbol met rust laat, gaat ze zich vermeerderen! Hierdoor genieten we elk voorjaar van het almaar groeiende kleurige tapijt. Sommige bloembollen zijn naast verwilderingsbol ook een stinzenplant. Stinzenplant is een verzamelnaam voor een groep historische planten die zich al eeuwen rondom landgoederen, boerenhoven en stadswallen verwilderd hebben. Omdat deze, nu inheemse, soorten uitstekend in een natuurlijke situatie passen en er stand kunnen houden zijn ze zeer geschikt voor verwildering.
Deze vroegbloeiende bollen zijn ook nog eens bijzonder in trek bij bestuivende insecten, omdat plant en insect over en weer bekend met elkaar zijn. Hommels en bijen zijn bijvoorbeeld frequente bezoekers. Als er bijna niets bloeit, beschikken deze bolgewassen al over voldoende nectar en stuifmeel. Allemaal redenen om te kiezen voor de aanplant van de stinzenverwilderingsbol!

Plantenmarkt

Hieronder een korte beschrijving van deze uitermate onderhoudsvriendelijke kleurrijke vroege bloeiers: sneeuwklokje, zomerklokje, boerenkrokus, wilde hyacint, bosanemoon, bieslook, daslook, blauwe druifjes, lelietje-van-dalen, vingerhelmbloem, winterakanoniet, sneeuwroem, vogelmelk en wilde narcis. Allemaal uitermate fraai als tapijt onder bomen en struiken of in veelvoud in een grasveld.

Omdat het bollen zijn die al lange tijd in Nederland voorkomen, bestaan de illustraties in dit artikel uit historische plaatjes. Deze prachtige tekeningen zijn afkomstig uit een Flora (via wikimedia, http://www.Plantillustrations.org).

De geplante biologische verwilderingsbollen zijn betaald uit de opbrengsten van de plantenmarkt. Waarvoor namens hommel, bij en wij nogmaals onze hartelijke dank!

De tuincommissie

bloeimaand
Boerenkrokus 2 februari en maart
Sneeuwklokje 2 februari, maart, april
Winterakoniet 2 februari maart
Blauwe druifjes 3 maart, april en mei.
Bosanemoon 3 maart, april en mei
Vingerhelmbloem 3 maart tot april
Wilde narcis 3 maart tot mei
Daslook 4 april tot juni, soms tot juli
Sneeuwroem 4 april
Wilde hyacint 4 april en mei
Bieslook 5 mei, juni en juli
Vogelmelk 5 mei en juni.
Lelietje van dalen 5 mei en juni

Korsmo, E., Unkrauttaflen - Weed plates - Planches des mauvaises herbes - Ugressplansjer, t. 52, fig. 77 (1934-1938)

 

 

 

 

 

 

 

 

Bieslook (Allium schoenoprasum)

Het is een vaste plant die afkomstig is uit Europa en Noord-Azië. De plant bloeit in mei, juni en juli met blauw-roze-violette schermen. De plant is 15 cm hoog en vormt pollen. De bladeren zijn hol. Het is goed om deze plant af te knippen zodat ze weer nieuw blad vormt. Bloem en jong blad zijn lekker in de soep, salades, en op de boterham.
Plant de bol op een zonnige open matig vochtige plek, in arme grond.
In België en Nederland komt nog wilde bieslook voor. De plant was zeldzaam, maar door het gebruik in tuin en als kruid komt Bieslook in verwilderde vorm veelvuldig voor.
Deze bol staat in de voormalige Kruidentuin en in de Fruittuin.

Daslook (Allium ursinum)

Familielid van de Bieslook is Daslook. De bloemen zijn in losse bolvormige witte schermen gegroepeerd. De plant bloeit van april tot juni, soms tot juli. De plant wordt 30 cm hoog en groeit vaak in groepen. Na de bloei verdwijnt de plant.
Daslook wordt eveneens veel in de keuken gebruikt in pesto, salade en soep. De plant wordt als afweermiddel tegen katten gebruikt omdat deze dieren niet veel op zouden hebben met de sterke geur.
De plant werd al 1608 door de Brabantse botanicus Dodonaeus beschreven in zijn Cruydeboeck.
De plant groeit bij voorkeur in schaduwrijke loofbossen in een humusrijke, vochtige grond en komt in ons land veel voor in Zuid-Limburg en in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Ook als stinsenplant in het rivierengebied, in Utrecht en in het noorden van het land. Daslook is te vinden op de compostbult onder de omgezakte els in de Bostuin.

Blauwe druifjes (Muscari botryoides)

Muscari botryoides (L.) Miller [as Hyacinthus botryoides L.] Kops et al., J., Flora Batava, vol. 5: t. 394 (1828)

De bloemen zijn eivormig en zijn gegroepeerd als trosjes aan de top van de bloemstengel. De plant bloeit in maart, april en mei. De bladeren zijn 10 tot 30 cm lang en 0,1 tot 1 cm breed. De bloemstengel is 5 cm lang.
Poot de blauwe druif op een zonnige tot licht beschaduwde plaatsen in een matig droge en vochtige, humeuze grond. De blauwe druif voelt zich prima in een boomgaard en parken en is zeldzaam als stinzenplant. Je kun hem vinden in de Speeltuin, Voortuin, Grijze Beemd, Buitenbeemd. Andere soorten staan in de Fruittuin, Vlindertuin (Muscari armeniacum) en Prunusperk (Muscari valeire finnish). Deze worden niet tot de stinzenplantengroep gerekend.

Bosanemoon (Anemone nemorosa)

Anemone nemorosa L.wood anemone, windflower Kops et al., J., Flora Batava, vol. 4: t. 248 (1822)

Geen bol maar een wortel. De planten groeien in groepjes. Ze hebben kort gesteelde bladeren. De witte, 2-3cm grote bloemen hebben smalle bloemdekbladen, die van buiten behaard zijn en van binnen vaak een lichtere kleur hebben. De anemoon bloeit in maart, april en mei, is 20 cm hoog, en staat t liefst op licht beschaduwde plaatsen met vochtige, humeuze grond, onder bomen of struiken. Deze plant is zeldzaam in Nederland en het meest te zien in Friesland, langs de Vecht en de Hollandse binnenduinrand. Is in sommige delen van Nederland inheems, maar geldt bij ons als stinzenplant. De Bosanemoon staat in de Bostuin bij de groene stoeltjes.

Boerenkrokus (Crocus tommasinianus)

A monograph of the genus Crocus, G. Maw (1886)

Deze bol vindt zijn oorsprong in de Balkan. De bladeren zijn langwerpig en spits en 2-4 mm breed. De langwerpige tot elliptische bloemdekbladen zijn lila, licht paarsblauw. De krokus bloeit in februari en maart en is 10-15 cm groot.
Crocus is oorspronkelijk een Arabisch woord, betekent saffraan en het stuifmeel wordt veel gebruikt in de Europese keuken.
Poot deze bol op een zonnige tot licht beschaduwde en vochtige plek.
De boerenkrokus is zeldzaam in Nederland. In Friesland staan ze in sommige weilanden als overblijfsel van de terpen. Een bekende vindplaats is de Epemastate te IJsbrechtum.  Op ons complex is de boerenkrokus  te vinden in de Voortuin, Vlindertuin, Fruittuin en Bostuin. Andere soorten zoals de Crocus sieberi staan in het gras op de Zonnelaan, Voortuin en Vlindertuin, Prunusperk.

Lelietje-van-dalen (Convallaria majalis)

 Convallaria majalis L. Kops et al., J., Flora Batava, vol. 1: t. 6 (1800)

Deze plant heeft een kruipende wortelstok. De brede bladeren staan aan de voet van de bloeistengel. De witte, bolvormige, sterk geurende klokjes bloeien in mei en juni. De hoogte is 20 centimeter. Het lelietje-van-dalen of meiklokje is een 30 cm hoge vaste plant die in het wild voorkomt in bosrijke streken en is een uitstekende bodembedekker.
De bloemen en wortels worden door de farmaceutische industrie verwerkt, omdat deze de hartwerking kunnen beïnvloeden. De geur is zeer populair in de parfumerie en de cosmetica. De plant is zeer giftig. Het lelietje-van-dalen is een oorspronkelijk inheemse plant en komt vrij veel voor in Zuid-Limburg. Het plantje staat bij ons in de Vlindertuin.

Sneeuwklokje (Galanthus nivalis)

Galanthus nivalis L. Kops et al., J., Flora Batava, vol. 1: t. 14 (1800)

Het gewone sneeuwklokje is een plant met smalle lintbladeren en een bloeistengel met één knikkende bloem in februari, maart, april. De buitenste bloembladen zijn wit, de binnenste drie bloembladen zijn half zo lang en met een groene vlek aan de top. De plant is 20 cm hoog.
Plant het sneeuwklokje op een zonnige, licht beschaduwde, warme plek in natte kleigrond. De teelt van sneeuwklokjes gaat heel langzaam. Beste manier om deze bol te vermeerderen is de polletjes te scheuren als de bol net is uitgebloeid.
Het gewone sneeuwklokje is vrij algemeen in Nederland, vooral als stinzenplant.  Sneeuwklokjes hebben we gepoot in de Zonnelaan, Vlindertuin, Voortuin, Bostuin, Speeltuin en Fruittuin.

Wilde hyacint (Hyacinthoïdes non-scripta)

Hyacinthoides non-scripta (L.) Chouard ex Rothm. [as Scilla non-scripta (L.) Hoffmanns , Redouté, P.J., Les Liliacées, vol. 4: t. 224 (1805-1816) [P.J. Redouté]

De in april en mei bloeiende en intens geurende bloemen zijn klokvormig. De blauwe bloemen zijn trosvormig gegroepeerd. Witte exemplaren worden vaak aangetroffen. Roze wilde hyacinten zijn zeldzamer. De bladeren zijn lancetvormig en 0,3-1 cm breed. De plant is zeer algemeen voorkomend, en oorspronkelijk inheems. De favoriete standplaats is in het loofbos. De plant werd al door Carl Linnaeus beschreven. De wilde hyacint staat in de Bostuin, Grijze Beemd en Buitenbeemd, Fruittuin en Vlindertuin.

Sneeuwroem (Chionodoxa sardensis)

Scilla luciliae (Boiss.) Speta var. gigantea [as Chionodoxa luciliae Boiss. var. gigantea] Addisonia, vol. 1: t. 33 (1916) [M.E. Eaton]

De kleine, donker blauwe bloemetjes van de Kleine sneeuwroem kunnen massaal een indrukwekkend effect geven. De bloeiwijze is een tros en bestaat uit 4 tot 12 bloemen, die aan één kant van de tot 14 cm lange bloeistengel zitten. De plant heeft 2 – 3 bladeren, die tot 12 cm lang en 1,5 cm breed zijn. De plant is 15 cm hoog en bloeit in april. Sneeuwroem staat t liefst op een licht beschaduwde, maar soms vrij zonnige plek in een vochtige humeuze grond.
Sneeuwroem is een zeer zeldzame stinzenplant, je kunt het vinden in de Bostuin, Vlindertuin en Buitenbeemd.

Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus)

Flora Batava, Volume 4 (1822), bron: Wikimedia

De bloemdekslippen van deze imposante kanjer, de wilde narcis, zijn lichtgeel, de bijkroon is diepgeel en trompetvormig. De bladeren en de bloemstengel ontspringen uit een bol, die zeer giftig is. Wilde narcissen worden 15-30 cm hoog en bloeien van maart tot mei. Plant de bol op een zonnige plek.
De wilde narcis komt oorspronkelijk voor in weilanden, bossen en op rotsige plekken. De wilde variant is zeer zeldzaam. In Nederland komt de wilde narcis voor in het heuvelland van Zuid-Limburg, zuidelijk Drenthe en het noordoosten van Overijssel.  Bij VTV Blijdorp zijn honderden bollen van de wilde narcis in de Vlindertuin, Buitenbeemd, Grijze Beemd, Bostuin en bij de uitgang IJskelder gepoot.

Vogelmelk, Ornithogalum umbellatum

Sturm, J., Sturm, J.W., Deutschlands flora, vol. 20: t. [80] (1845-1849)

Gewone vogelmelk heeft stervormige bloemen, de buitenkant van de witte bloemdekbladen hebben in het midden een groene streep. De smalle lijnvormige 8 mm brede bladeren met een lengte tot wel 20 tot 25 cm hebben in het midden een vouw en hebben daar vaak een witte streep. De plant is 30 cm hoog en bloeit in mei en juni.
Vogelmelk treffen we aan in de voedselrijke tamelijk vochtige Abelen-Iepenbossen en verder hier en daar op open plekken in de uiterwaarden en in wegbermen. Vogelmelk is een vrij algemeen voorkomende, en toch beschermde, oorspronkelijk inheemse plant.
Vogelmelk kun je vinden in de Bostuin, Vlindertuin, Fruittuin en zij-ingang IJskelder.

Vingerhelmbloem (Corydalis solida)

Corydalis solida (L.) Clairv. [as Fumaria bulbosa L.] Blackwell, E., Herbarium Blackwellianum, vol. 6: t. 534 (1773)

Vingerhelmbloem is geen bol maar een knolletje. De 1½ tot 2½ cm grote bloemetjes vormen dichte trossen aan het eind van de stengel. De roodpaarse, soms witte bloemetjes staan schuin omlaag en groeien op gekromde stelen in de oksels van de schutbladen. De plant bloeit van maart tot april en is ongeveer 25 cm hoog.
Vingerhelmbloem voelt zich thuis op vochtige grond in loofbossen en op beschaduwde grasgrond aan de binnenduinrand, aan de voet van hellingen en bij buitenplaatsen. Vrij zeldzame, oorspronkelijk inheemse plant.
Deze plant staat op het verhoogde perk bij het zitplekje in de Bostuin.

Winterakoniet (Eranthis hyemalis)

Eranthis hyemalis (L.) Salisb. Kops et al., J., Flora Batava, vol. 9: t. 711 (1846)

Deze ook niet bol maar wortelknol, is een van de eerste bloeiende plantensoorten in de winter en in de vroege lente. De fraaie bloemen zijn geel. Een onderscheid in kelk en kroon is niet te maken. De bloemdekbladen hebben tuitvormige honingbakjes of nectariën. De glanzende donkergroene bladeren zijn rond en diep ingesneden. De plant is 15 cm hoog.  Winterakoniet staat op licht beschaduwde plaatsen op vochtige, humeuze grond.Vrij zeldzaam maar groeit en bloeit in Groningen, Zuid-Limburg, het rivierengebied, aan de binnenduinrand en vooral in Noordwest-Friesland. Winterakoniet kan je bij ons vinden in de Voortuin.

Zomerklokje (Leucojum aestivum)

Kops et al., J., Flora Batava, vol. 9: t. 644 (1846)

Zomerklokje groeit in pollen of groepen. De heldergroene bladeren zijn bandvormig en bijna zo lang als de bloemstelen. De plant bloeit van maart tot mei. De bloemen zitten 2 tot 9 bij elkaar in losse schermen. Ze zijn wit, knikkend, klokvormig en 1,3 tot 2,2 cm lang. Plant is 30 tot 60 cm hoog.  Plant het zomerklokje op een zonnige, licht beschaduwde, warme plek in natte kleigrond. Het zomerklokje is oorspronkelijk inheems, zeer zeldzaam en een beschermde plant. Je kunt het plantje vinden langs de drassige slootranden van de Bostuin, Wilgenlaan (zijde kantine) en de IJskelderentree.

Meer informatie kun je op onderstaande links vinden:
www.bijenhelpdesk.nl
dier-en-natuur.infonu.nl
www.floravannederland.nl
www.stinzenflorafryslan.nl
www.verspreidingsatlas.nl
www.wildebloemen.info
wilde-planten.nl