Natuurvriendelijk beheer en onderhoud in de algemene tuinen
De Algemene tuinen van VTV Blijdorp zijn onderdelen van het complex en voor alle tuinders en bezoekers toegankelijk. Ze worden door de leden in het gezamenlijk onderhoud bijgehouden. Het onderhoud is zoveel mogelijk natuur- en milieuvriendelijk. Dit is al jaren het beleid van VTV Blijdorp. Inmiddels zijn de Gemeente Rotterdam en de omringende Waterschappen ook overgegaan tot natuur- en milieuvriendelijker beleid.
Groencommissie VTV Blijdorp, 2021
⚠️ Draai je device zodat de pagina in horizontale modus wordt getoond. Op een relatief klein en rechtopstaand scherm kan deze pagina niet correct getoond worden.
Als alternatief kun je ook de PDF downloaden.
Wat | Waar | Hoe |
|---|---|---|
Algemeen |  | Beheer en onderhoud gericht op gevarieerde begroeiing van grassoorten en bloeiende kruidachtige planten, waaronder bolgewassen, veelal inheems, voor bestuivende insecten en zaadjes voor vogels, schuilplekjes en voedsel voor amfibieën, kleine zoogdiertjes etc. Afvoer van maaisel maakt de bodem wat voedselarmer waardoor een grotere diversiteit aan planten kan ontstaan, t.b.v. de biodiversiteit. Een rijk insecten- en vogelleven houdt het evenwicht in de natuur beter in stand, er zijn minder plagen in de gewassen. Maaien kan pas na afsterven van het loof van de bolgewassen. |
Bermen |  Zonnelaan | Langs Zonnelaan: 2 à 3 maal per jaar maaien en afvoeren, vanwege de hoge voedselrijkdom. In de zomer bij het maaien enkele pollen bloeiende planten laten staan. Riet en Lisdodde in het water deels mee verwijderen, boompjesopslag uit de beschoeiing halen. Maaien in mei, juli en oktober, liefst gefaseerd: in mei de helft maaien, in juli de andere helft maaien en in oktober/november alles maaien. Heermoes niet extra bestrijden, eventueel verwijderen guldenroede en een eventueel teveel aan brandnetel, jacobs kruiskruid of distels e.d. uittrekken. |
Bermen |  Wilgenlaan | Langs Wilgenlaan: 2 maal per jaar gefaseerd (in 3 delen) maaien en afvoeren, stukjes laten overstaan, zaai en aanplant inheemse planten en bolgewasjes. Het gefaseerd maaien steeds in dezelfde volgorde en op jaarlijks vaste tijdstippen (bij benadering) = bestendig beheer. Het strookje langs het pad vaak kort maaien. Dit is t.b.v. netheid, maar ook t.b.v. madeliefjes die veel insecten aantrekken. |
Grasveldjes | Vlindertuin | Beheer en onderhoud van de grasveldjes als bij ‘bermen’. In de Vlindertuin: gefaseerd maaien (zo mogelijk) en afvoeren. De eerste jaren nog 3 x per jaar, vanwege de hoge voedselrijkdom (het gras werd snel erg hoog en er staat rietgras!). Daarna hopelijk maar 2 x en liefst gefaseerd, zodat er een deel blijft staan, wat 3 of 4 weken later wordt gemaaid. Fasering t.b.v. mens en dier. Er is meer bloei (ziet er mooier uit) en bestuivende insecten profiteren ervan t.g.v. zaad– en vruchtvorming bij allerlei gewassen in de tuinen. In de Fruittuin idem. Voor de speeltuin, zie onderaan deze tabel. |
Haag met meidoorn en sleedoorn | Grijze Beemd | Jaarlijks deels terugzetten, maar niet elk jaar elke struik. Opletten dat er steeds bloei en vruchten kunnen zijn (natuurlijke snoei). Dit t.b.v. bestuivende insecten en vogels. Geen strakke haag, hoogte mag variëren, voorzijde vrij strak i.v.m. parkeren en achterzijde om er te kunnen wieden e.d. Letten op broedende vogels (eis Natuurbeschermingswet). |
Diverse bomen, struiken, bodembedekkers | Bostuin | In overleg met de Zaagploeg eens per jaar kap– en zaagwerk. Letten op broedende vogels. Snoeien t.b.v. licht op de bodem, bloei, paden vrij houden, etc. Diversiteit behouden, evt. aanplant inheemse struiken. Klimop in de bomen beperkt handhaven. Klimop bloeit in najaar (insectenvoer), vruchtjes in winter (vogelvoer), schuil– en nestelplek vogels. Bodembedekkers gevarieerd houden (dus o.a. bonte gele dovenetel niet laten overheersen), sommige voor wandelaars storende planten langs voorrand en middenpaadje op armlengte weghalen (brandnetel, haagwinde, kleefkruid, bramenopslag). Niet overal bodemklimop laten overheersen, gefaseerd weghalen (uitgraven/trekken) t.g.v. bloeiende bodembedekkers en stinzenplanten. Brandnetels hier en daar laten staan, is waardplant voor diverse vlindersoorten. Rondom kantineplein: idem |
Borders met struiken en vaste planten | Grijze Beemd, Vlindertuin, Fruittuin, Rozentuin, Pleintje Onbekende Tuinier, drie toegangshekken, voor en naast verenigingsgebouw. | Beheer en onderhoud: gericht op diversiteit aan soorten, niet alleen inheems maar wel met kwaliteit voor (bestuivende) insecten en vogels. Zorgen voor voldoende dracht– en waardplanten voor vlinders. Streven naar bloei en zaden/vruchten jaarrond. Zo weinig mogelijk zwarte grond, dus de bodem bedekt houden, met planten en/of met mulch of compost. Onderhoud gefaseerd uitvoeren: nooit te veel in één keer, niet ‘winterklaar maken’ in de oude zin van het woord. Pas in het vroege voorjaar wat knippen en opruimen. Struiken snoeien met het oog op bloei en vruchten (natuurlijke snoei). Zo weinig mogelijk spitten en harken, niet schoffelen, maar handmatig wieden. In de Vlindertuin is het plantenassortiment extra gericht op het aantrekken van vlindersoorten, dus jaarrond bloei voor nectar (drachtplanten) en waardplanten voor afzet van eitjes en als voer voor de rupsen. In de Rozentuin gerichter onderhoud van de diverse rozensoorten. De omringende beplanting met het oog hierop onderhouden. |
Kruidentuin | Naast verenigingsgebouw | Diverse eetbare kruiden o.a. voor gebruik in de kantine. Regelmatig wieden, aanplanten, snoeien, etc. Interessant voor veel insecten als dracht– en als waardplant. Veel insectensoorten (hommelsoorten, honingbijen en solitaire bijen) bestuiven groene– en fruitgewassen in de tuinen van het complex. Jaarrond bloei is daarom belangrijk. |
Grote bomen, solitair, zowel coniferen als loofbomen | Grijze Beemd en rond het Verenigingsgebouw en langs alle lanen. | Letten op veiligheid (dood hout, storm etc.). Hierover overleg/inspectie met de Zaagploeg, die de werkzaamheden uitvoert, eventueel aannemer van de gemeente. Er is gemeentelijke inspectie, zij voeren ook werkzaamheden uit (o.a. kandelaberen treurwilgen). Letten op nesten en broedende vogels. Diversiteit van het bomenbestand in de gaten houden. In– en uitheemse soorten, zowel loof– als naaldbomen, bijzondere soorten, soorten die interessant zijn voor diverse diersoorten, soorten die op verschillende tijdstippen iets moois te bieden hebben (bloei, herfstkleuren, vruchten) etc. |
Houtrillen en takkenhopen | Bostuin, Vlindertuin, Fruittuin en Rozentuin | De houtrillen en takkenhopen zijn er als onderdak voor b.v. vogels en kleine zoogdieren. Dood hout leeft: insecten e.a. ongewervelden die erin en ervan leven zijn weer voedsel voor vogels en kleine zoogdieren waar o.a. uilen van leven, die vervolgens weer (woel)muizen uit de tuinen eten. We maken takenhopen zodat de kringloop gesloten blijft: voedsel voor de beplanting: er wordt niet alleen afgevoerd, er wordt ook weer iets aan de bodem terug gegeven |
Snippers, schelpen, zand, klinkers | Bostuin, Vlindertuin en Fruittuin | Snipperpad in de Bostuin: t.b.v. toegankelijkheid, het verteert weer en is ‘voedsel’ voor de snippers, schelpen, zand, klinkers, bodem en voor paddenstoelen. Te veel snippers kunnen verruiging opleveren. Schelpenpaadjes Vlinder- en Fruittuin: voor de toegankelijkheid, vrij van onkruid houden. Zandpaadje in de Vlindertuin: voor de variatie en voor insecten die in zand nestelen. Onkruidvrij houden. Klinkerpaadje Vlindertuin: veilig beloopbaar, dus flink bezemen of branden. |
Insectenhotels | Vlindertuin: groot insectenhotel en kleiner lemen bouwsel | Onderkomens voor met name solitaire bijen, die een grote rol spelen bij de bestuiving van planten, zowel groente als fruit (b.v. aardbeien, tomaten, bonen, appels, peren). Elk jaar in maart wat nieuwe dingen toevoegen en evt. oude opruimen. Nieuwe gaatjes boren in de oude en in nieuwe houtblokken en in de lemen wand of de leemstenen. Zand rondom leemhotel onkruidvrij houden t.b.v. graafbijen en graafwespen. Begroeiing in de Vlindertuin tevens gericht op van voorjaar tot najaar interessante planten voor de solitaire bijen, die niet ver kunnen vliegen voor hun voedselbehoefte. Dit met name op het puinheuveltje wat er tegenover ligt. Hier veel stukken van de zand– en puinbodem onbegroeid laten t.b.v. graafbijen en –wespen e.d.. |
Verticale elementen | Schanskorven Grijze Beemd, hekken langs milieupark en bij de drie ingangen, muurtje Vlindertuin, pergola’s Vlindertuin en Bostuin | De verticale elementen zijn er om iets af te scheiden of af te schermen:
|
Sloten | Over het hele terrein | De sloten worden gebaggerd door de gemeente/aannemer. Oppervlakte vrij houden van kroos en waterplanten: dat moet elke tuinder zelf doen. De grote sloten onderhouden in de tuinbeurten, ook de doorstroom naar het buitenwater regelmatig vrij maken. Buitensloot Zonnelaan: 3m uit de oever min of meer vrij houden van beplanting. Beperkt handhaven t.b.v. plantensoorten en ten behoeve van schuilende en broedende watervogels mag wel. Riet en Lisdodden zijn tevens waterzuiverend t.b.v. het onderwaterleven. |
Bestrating | Asfalt, tegels, waterdoorlatende klinkerbestrating en halfverharding | Op het asfalt en de tegels mag/hoeft niks te groeien i.v.m. de beloopbaarheid, dus regelmatig flink bezemen, eventueel met de gasbrander (waar het kan). Ook de halfverharding op een paar delen van de lanen vegen, evt. met zand. Dit alleen naast de algemene tuinen, bij de individuele tuinen doet de tuinder dat zelf. De waterdoorlatende klinkerbestrating op de Grijze Beemd: regelmatig met de flymo maaien, niet de begroeiing uit de voegen laten krabben. Het gras en de lage plantjes tussen en in de klinkers zijn ook van belang voor o.a. opnemen van CO2. |
Speeltuin | Gras, zand, planten, struiken, boom | In de speeltuin is het onderhoud gericht op veilig kunnen spelen. Dus vaak maaien, het zand in de zandbak en onder de schommels aanvullen, struiken snoeien, geen obstakels in de buurt van speeltoestellen e.d. Er zijn gemeentelijke richtlijnen en die worden nageleefd. |