Helleborussen zijn vaste planten die al bloeien in de winter. Een bekende Helleborus is de kerstroos, Helleborus niger, met witte bloemen, die zowel kamerplant als tuinplant kan zijn. Uiteraard iets heel anders dan de bekende rode kerstster, die het alleen binnen uithoudt en van een heel andere plantenfamilie is. Van de Helleborussen bestaan meer soorten en natuurlijke variëteiten dan alleen de kerstroos. Ook zijn er veel cultuurvariëteiten in de handel. Eén soort komt als wilde plant voor in Nederland, maar is erg zeldzaam.

Vindplaats aan de Hollandsche IJssel
Vorig jaar speurde ik op het internet wat rond naar info over Helleborussen. Het blijkt dat er vlak bij Hekendorp aan de Steinsedijk (noordkant Hollandsche IJssel) een vijftal vindplaatsen zijn van de Wrangwortel (Helleborus viridis). De beschrijvingen en foto’s waren voor mij zo aanlokkelijk dat ik er op 12 februari 2014 naar op zoek ging. En ze vond! Op een paar plaatsen en mooi in bloei. Zie de beide foto’s. De Wrangwortel werd vroeger gebruikt als medicinale plant bij koeien met de ziekte wrang, een uierontsteking. Ze werden behandeld door met een priem een gangetje in de huid te maken en er een stukje van de giftige wortelstok in te stoppen. Op deze manier hoopte men dat de uierontsteking werd verdrongen door een andere ontsteking. Deze ziekte kwam algemeen voor en veel boeren plantten Wrangwortels in de directe omgeving. Een paar hiervan hebben weten te overleven. Zie www.groenehartvertellingen.nl/Pagina/kerstrozen.htm

wrangwortel

Een pol Wrangwortel aan de Steinsedijk, vlak bij de inlaat bij Hekendorp

Hekendorp

Een bloem van de Wrangwortels bij Hekendorp

Bijzondere bloemen
Wat we zien als bloemen bij een Helleborus zijn de kelkbladen en niet de kroonbladen zoals dat bij bloemen meestal het geval is. De kroonbladen zijn omgevormd tot kleine nectariën of honingnapjes die net buiten de krans van meeldraden staan. Er zijn veel meeldraden (en dus veel stuifmeel), zoals bij planten in de Ranonkelfamilie, waar de Helleborussen bij horen, gebruikelijk is. Naast de witte bloemen van de kerstroos zijn er soorten met groenige, roze, gele, abrikooskleurige, wijnrode, purperen en zelfs bijna zwarte bloemen. Sommige bloemen zijn gespikkeld, gestreept of met een donkerder krans in het midden of juist een donker gekleurde buitenrand. Soms zijn er zelfs dubbele bloemen. De meeste bloemen zijn vrij groot, van enkele centimeters tot ongeveer 5 centimeter. Ze zijn ook mooi als snijbloem.

Standplaats in de natuur en in de tuin
Helleborussen bloeien in de winter en het vroege voorjaar. Dan is volop zonneschijn welkom, maar in de zomer staan de planten het liefst enigszins in de schaduw, dus hou daar bij aanplant rekening mee. In de volle schaduw krijgt de plant minder bloemen. Ze houden van een goed doorlatende kalkrijke humusgrond. De bodem moet voldoende vochtig blijven, maar van kletsnatte voeten houdt de plant niet. Bij aanplant heeft de plant graag flink wat compost in een ruim plantgat en een mulchlaag bovenop, om het vocht vast te houden. Bijmesten hoeft op kleigrond niet, maar op armere grond moet er ook goed verteerde biologische mest in het plantgat en moet in het vroege najaar en in het voorjaar worden bijgemest. Eventueel in het voorjaar wat kalk erbij. De plant houdt niet van verplanten.

In de natuur komen de meeste soorten voor op de Balkan, op grazige hellingen, soms tussen struiken. Ook in andere bergachtige streken van Midden- , Oost- en Zuid-Europa komen Helleborussen voor.

Alle delen van de plant zijn giftig. Het vee graast om de planten heen.

Verzorging
In de winter (meestal al in januari) of het vroege voorjaar komt er nieuw blad. Knip het oude blad af in januari als het niet vriest, bij de soorten met bladeren op de grond, zoals de Niger- en Oriëntalissoorten. Zo verwijder je eventuele schimmels die in ons klimaat kunnen overwinteren. In de landen van herkomst ligt op de hellingen meestal langer een laag sneeuw, waaronder de schimmels afsterven. Bij soorten met bladeren langs de stengel, zoals het Stinkend nieskruid, verwijder je alleen het aangetaste blad. Zwarte vlekken op de bladeren kan duiden op bladvlekkenziekte. Haal deze bladeren eraf en stop ze bij het GFT, dus composteer ze liever niet zelf. Knip na de bloei de bladeren niet af, want dan put je de plant uit.

De rijpe zaaddozen kunnen worden verzameld. Droog ze (pas op voor muizenvraat) en wacht tot de zwarte zaden er uit zijn gevallen. In juni/juli zaaien met een laagje van 1 cm fijn grind erop en verder niets meer aan doen. Pas op: ook dit zaad is giftig en kan bij aanraking irritatie veroorzaken. Voordat een zaailing gaat bloeien ben je drie jaar verder.

Vermeerderen vanuit de wortelstok kan ook. Doe dit bij een flinke plant, na de bloei of in september. Graaf de plant helemaal uit. Deel hem met een scherpe spa in twee of drie stukken en plant elk stuk weer in een ruim plantgat met goede grond en compost. Als je op deze manier de plant vermeerdert, ben je er zeker van dat de plant dezelfde eigenschappen heeft als de moederplant, wat natuurlijk bij zaailingen niet het geval is. Dan heeft de plant genen van beide ouders.

Een nieuwe start voor Helleborussen
Op 15 februari 2014 bezocht ik het Sneeuwklokjesfeest op de Boschhoeve in Wolfheze (Veluwe) en de Helleborusdagen op biologische kwekerij de Hessenhof in Ede/Lunteren. Beide reuze-interessant en met gratis lezingen. Op de Boschhoeve van Romke van de Kaa en op de Hessenhof van eigenaar/kweker Hans Kramer. Deze laatste hield een lezing over het opnieuw kweken van hun Helleborussen. Hij zag in kwekersland de achteruitgang van de Helleborussen, die als plofplant (ja, zo noemde hij ze echt) met veel gif werden (en worden) opgekweekt en steeds goedkoper zelfs bij benzinestations en in supermarkten worden verkocht. Deze sterk verzwakte en niet goed doorgroeiende en –bloeiende planten waren hem een doorn in het oog. Op eigen kwekerij had men veel last van valse meeldauw op de Helleborussen en men wilde geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. De meeste planten werden opgeruimd en men verkocht een paar jaar geen Helleborussen. Er bleef een kleine groep resistente planten over. Maar daarmee verder kweken zou te veel kans op inteelt opleveren. Er moest dus vers bloed komen. Vervolgens trok hij in 2010 naar Bosnië, naar plekken met groeiplaatsen van wilde soorten en variëteiten. Opgraven en meenemen kon ook daar natuurlijk niet, maar bloemen verzamelen wel. Deze werden zorgvuldig verpakt in plastic bakjes en gekoeld. Het ging om het stuifmeel. De bloemen werden thuis weer op kamertemperatuur gebracht, beetje water geven en de bloemen gaan open. Met het rijpe stuifmeel werden streng geselecteerde, sterke “moederplanten” van de eigen kwekerij handmatig bestoven. In een dichte kas, want hommels zouden anders vreemd stuifmeel kunnen aanbrengen en dan krijg je niet-gewenste kruisingen. De bestoven planten leverden zaden die voor nieuwe planten zorgden. Zo werden dus resistente kwekerijplanten gekruist met wilde soorten. Dit “inkruisen” leverde na enkele jaren gezonde, groeikrachtige planten op die op de markt werden gebracht. Ze zijn er bijzonder trots op dat zij nu sinds een paar jaar gecertificeerde biologisch gekweekte Helleborussen kunnen aanbieden.

Op de open dagen was de animo hiervoor zo groot, dat ik alleen nog een jonge plant kon kopen die in dat jaar niet meer zou bloeien. Dus dit voorjaar kijk ik er naar uit! Er is nu, begin januari, al nieuw blad zichtbaar.

Overigens zijn deze open dagen ook dit jaar natuurlijk een aanrader. Kijk op de website www.hessenhof.nl en klik op activiteiten > helleborusdagen voor de exacte data en voor overige interessante info over deze mooie kwekerij.

De Hessenhof

Een tafel met de “moederplanten” op kwekerij De Hessenhof

nieuwe soort

Eén van de nieuw gekweekte soorten op kwekerij De Hessenhof. De soort die ik heb gekocht zal er ongeveer zo uit moeten gaan zien.

Nog wat soorten
Stinkend nieskruid, H. foetidus, komt in Duitsland, België en Frankrijk in lichte bossen op stenige hellingen voor. De soort komt in Nederland wel verwilderd voor, bijvoorbeeld vanuit tuinen. Hij is als tuinplant goed te kweken. Mooi wintergroen blad en bloeit al in de winter. Het is een goede drachtplant voor vroege bijen. In mijn tuin staat er één die in december al ging bloeien en ook wat kleinere spontane zaailingen. Ook bij andere tuinders zag ik wel exemplaren. Het is belangrijk om de kleine tere zaailingen in de gaten te houden en niet per ongeluk weg te wieden of onder te spitten. Na een paar jaar ben je er blij mee, want er is kans dat de moederplant langzamerhand verdwijnt. Bij mij is dat al een paar keer gebeurd helaas. Dit kan gebeuren door het zaad volledig aan de plant te laten afrijpen. Dit put de plant uit. Dus wil je dat niet, snij dan het zaad er bijtijds uit, het liefst de hele bloeistengel. Er vormen zich onderaan dan nieuwe scheuten die de bloemstengels voor volgend jaar zijn. Maar ook dan is de plant niet zo standvastig als de oriëntalis-hybriden.

De gedroogde en tot poeder vermalen wortels van het Stinkend nieskruid zorgen bij opsnuiven ervan dat er flink geniesd moet worden. Als de groenige bloemen worden aangeraakt, stinken ze. Vandaar het eerste deel van de naam.

nieskruid

Stinkend nieskruid op de Boschhoeve

Sterke Helleborussoorten zijn die van de groep H. oriëntalis hybriden. Ze bloeien in de kleuren wit, witroze, roze, wijnrood, paars, abrikoos en geel en vaak met vele spikkels bezaaid. Ze zijn duurder dan de plofplanten, maar blijven wel tientallen jaren vast in de tuin staan en zaaien zich goed uit. De zaailingen kunnen weer andere kleuren vertonen. De planten stellen minder eisen aan de grond en de standplaats.

De Helleborus nigersoorten en -variëteiten zijn over het algemeen zwakker en stellen meer eisen aan hun standplaats en de bodem.

In de tuin van An Fallinger aan de Rijksstraatweg 100 In Dordrecht worden op 13, 14 en 15 februari 2015 weer open dagen gehouden. In haar tuin staan vooral veel soorten Sneeuwklokjes (de Nationale collectie), maar ook erg veel Helleborussoorten. Kijk op www.greenfingersonline.nl/tuinnieuws/sneeuwklokjes-kijken/

Rijksstraatweg

Helleborus in de tuin aan de Rijksstraatweg in Dordrecht in 2014

Dordrecht

 Gele Helleborussen en sneeuwklokjes in dezelfde tuin

Ria Lenferink, tuin 183