Toen ik het woord imidacloprid voor het eerst hoorde, dacht ik “dat onthoud ik nooit”. Maar na paar keer oefenen en opschrijven zat het erin. En niet zonder reden.

Ik hoorde het woord voor het eerst in de bekende Zembla-uitzending “Moord op de honingbij” van 15 maart 2011. Daarin werd uit de doeken gedaan dat (naast allerlei andere factoren) chemische bestrijdingsmiddelen, vooral imidacloprid, bijdragen aan de bijensterfte.

Daarna is het middel regelmatig in het nieuws geweest: natuur- en milieuorganisaties strijden voor een verbod. Aangetoond werd dat het ook andere insecten en daarmee ook vogels bedreigde.

Pas meer recent wordt duidelijk wat de gevaren voor mensen kunnen zijn, via resten op voedingsmiddelen of bij inademen van overgewaaide sproeistof. Wat kunnen we allemaal verwachten van dit nare goedje?

zonnenbloem

Wat is het en wat doet het?
Imidacloprid hoort tot de neonicotinoïden. Ongeveer 30 jaar geleden werden deze stoffen door Bayer ontwikkeld. Ze zijn inmiddels ruim 20 jaar wereldwijd in de handel.

Het CTGB (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) zegt op hun website:

“Neonicotinoïden is de aanduiding van een groep werkzame stoffen die verwant zijn aan nicotine. Wanneer deze stoffen in gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden gebruikt, zullen deze stoffen via sapstromen door de gehele plant worden verspreid. Dankzij deze systemische werking kunnen neonicotinoïden effectief worden ingezet ter bestrijding van insecten. De neonicotinoïden komen echter ook in pollen en nectar terecht waardoor bijen kunnen worden blootgesteld aan deze stoffen indien een plant in bloei staat. Daarnaast kunnen neonicotinoïden de bij bereiken via door bladluizen geproduceerde honingdauw en guttatievocht (vochtdruppels die via de waterporiën in de rand van het blad naar buiten worden geperst).

Verschillende wetenschappers brengen de middelen op basis van neonicotinoïden in meer of mindere mate in verband met de verhoogde wintersterfte onder bijenvolken die over de hele wereld wordt waargenomen. Ook in Nederland wordt, over een langere periode, achteruitgang van de bijenstand waargenomen en zijn er zorgen dat dit mede verband houdt met het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw.”

De aandacht gaat de laatste jaren terecht uit naar honingbijen. Honderden andere soorten wilde bijen, waar ook alle hommelsoorten toe behoren, nemen echter het leeuwendeel van de bestuiving voor hun rekening. En daar huist een groter probleem.

Voor er imkers waren die honingbijen hielden, werden de planten namelijk ook bestoven. Sommige gewassen worden door hommels veel beter en grondiger bestoven, bijvoorbeeld tomaten. Veel van onze vruchten en zaden (en de producten die daarvan worden gemaakt) zullen niet meer leverbaar zijn of duurder worden. En als al die bestuivers hun werk niet meer kunnen doen, heeft niet alleen de land- en tuinbouw een probleem…

In de vrije natuur zullen veel planten geen zaden kunnen maken zonder bestuiving. Die kunnen zich niet meer voortplanten en plaatselijk uitsterven. Dus een karig maal en een karige natuur is wat ons te wachten staat?

Waar zit het in?
Er zijn een aantal neonicotinoïden in de handel waaronder ‘clothianidin’, ‘thiacloprid’ en ‘thiamethoxan’. Het zit in middelen tegen insecten (bijvoorbeeld in mierenlokdoosjes, mottenballen, vlooienbanden voor katten en honden, in middelen tegen bladluizen, witte vlieg, emelten). En we vinden het in muizengif.

Product- en middelnamen zijn onder andere: ‘Gaucho Tuinbouw’, ‘Calypso’, ‘Poncho Beta’, ‘Baythion mierenmiddel’, ‘Piron mierenlokdoos’, ‘Pokon mieren’, ‘Pokon mierenlokdoos’ en ‘Vapona raamsticker’.

Veelal producten die mensen (onwetend) in huis hebben liggen of hangen. ‘Vara’s Vroege Vogels’ heeft vorig jaar een actie gehad om deze middelen, mocht je ze thuis hebben, naar de producent terug te sturen.

Neonicotinoïden worden verder vaak toegepast als zaadcoating. Dat wil zeggen dat de zaden van bijvoorbeeld maïs, zonnebloemen aan of bloembollen een badje in het middel krijgen. Na inzaaien en ontkieming komt het spul tijdens de groei in de hele plant. Bij bijvoorbeeld een zonnebloem komt de stof daarbij in het stuifmeel en de nectar, zodat een bestuivend insect er ook wat van binnen krijgt. In onderzoek is gebleken dat bij honingbijen het centrale zenuwstelsel wordt aangetast, ook bij de kleinst mogelijke dosis en ze zich hierdoor niet meer kunnen oriënteren en de kast niet terugvinden. Wat hun dood tot gevolg heeft.

mierenlokdoosvlooiendruppels

Waar kan je zelf op letten?
Bloembollen van biologische oorsprong worden niet in gif gedompeld. Er zijn volop biologische bloembollen te koop, ook online. Iets duurder, maar je hebt een keuze.

Er wordt ook op (en naast) akkers gespoten met deze middelen. Dat mag vaak niet in de bloeitijd, vanwege het gevaar voor honingbijen. Maar het wordt dus wel erkend door gezaghebbende instanties.

Golfterreinen worden ook nogal eens met dit middel bespoten. Daar bloeien diverse lage plantjes waar hommels en andere wilde bijen hun voedsel halen. Pech, het is geen voedsel meer maar gif.

Uiteraard komt er ook wat van op de bodem en in het grondwater en via afspoeling in het oppervlaktewater. Waterschappen treffen het al jaren overal aan en dit levert extra problemen op bij de waterzuivering.

Blijkbaar worden er ook neonicotinoïden gebruikt om niet-biologische tuinaarde van al het leven te ontdoen. Dat staat niet op de zakken vermeld.

Honingbijen
Van honingbijen is bekend dat ze ook drinken. Dit kan zijn van een dauwdruppel aan een bespoten gewas of uit een sloot of vijver waarin imidacloprid terecht is gekomen. Dat is niet de bedoeling, het wordt zelfs ontkend door sommige producenten, maar de feiten (en ook het CTGB, zie tweede alinea) spreken het tegen.

Andere oorzaken
Er zijn diverse interessante films en video’s waarin de neonicotinoïden in verband worden gebracht met de bijensterfte. Dat er tevens andere oorzaken voor zijn zoals: de varroamijt, de nosemaschimmel, te weinig biodiversiteit in ons cultuurlandschap, te weinig bloeiende gewassen in het vroege voorjaar en het late najaar of zelfs gemakzuchtige imkers, is allemaal al bekend. Natuurlijk moet daar ook wat aan worden gedaan. Maar een giftig middel opgeteld bij deze mix van oorzaken is de druppel die de emmer doet overlopen.

Films en video’s
Zembla: Moord op de honingbij I, 15 maart 2011, 35 min.

Zembla: Moord op de honingbij II, 24 jan 2013, 50 min.

– Tros Radar: uitzending van 22 april 2013 v.a. min. 8 tot einde uitzending, ongeveer 22 minuten.

– More then Honey: Dé film/documentaire van Markus Imhoof over het bijensterven wereldwijd; trailer van de film op de website.

– Documentaire Le mystère de la disparition des abeilles, Frankrijk/Canada 2010. Door Mark Daniels, 1,5 uur, Geheel in het Frans (wel duidelijk gesproken), niet ondertiteld.

Dezelfde documentaire Duits gesproken op YouTube.

Verbod?
Al een aantal malen zijn een aantal deze producten voor sommige toepassingen een tijdlang verboden. Maar een definitief verbod is er nog lang niet.
Vogelbescherming, Milieudefensie, de Bijenstichting, Greenpeace, Stichting Natuur en Milieu, Waterschapspartij Water Natuurlijk en een aantal politieke partijen zijn er voor in de strijd. Onder andere de zware lobby van producenten richting toezichthouders en politici heeft een algeheel verbod steeds kunnen tegenhouden.
In 2013 werden drie neonicotinoïden (‘imidacloprid’,thiamethoxam’ en ‘clothianidin’) voor twee jaar lang verboden door de Europese Unie. Het verbod is beperkt tot voor honingbijen aantrekkelijke gewassen en geldt alleen in de perioden waarin het gewas bloeit om zo deze bestuivers te ontzien.

Wat kunnen wij als tuinders doen?
Let goed op wat je koopt. Laten we met elkaar dit bewezen schadelijke middel van onze vereniging weren. Daar komt bij kijken dat we iedereen om ons heen kunnen informeren over de gevaren van de omschreven stoffen. Alleen als we allemaal meewerken aan het uitbannen van neonicotinoïden, kunnen we een nieuwe bloemrijke toekomst creëren voor de belangrijkste voorplanters van onze aarde.

Ria
Tuin 183