John: “Ik zit hier nu al bijna 30 jaar. Wij hebben het hier altijd naar ons zin gehad. Wij zijn hier vaak. In de zomer blijven wij meestal slapen. Behalve deze zomer, want het is zo nat geweest, dan kun je beter thuis slapen. Ik ben ongeveer 24 jaar betrokken geweest bij de tuincommissie, ook als voorzitter. En nog ben ik er vaak om te helpen op zaterdag. Het is wel zo dat veel werk door een kleine groep mensen gedaan wordt hier in de vereniging. Het zou goed zijn als er meer mensen meedoen. Wij stellen bijvoorbeeld het rooster op voor de werkbeurten, dat is best veel werk. Elk jaar zijn er weer wijzigingen in het ledenbestand. Nieuwe leden hoeven het eerste jaar niet mee te doen aan de werkbeurten, zodat ze hun tijd aan de nieuwe tuin kunnen besteden. Je hoeft het in de vereniging niet altijd met elkaar eens te zijn. Een discussie is best OK, dan blijft er tenminste een beetje leven in de brouwerij.

Wij moeten wel zorgen dat het complex niet verpaupert, want dan grijpt de gemeente in. Zo’n 20 jaar geleden moesten wij al op de barricade omdat de gemeente het complex wilde opdoeken. ‘Geen gehei in mijn prei’ was toen de slogan.”

Jac: “De laatste jaren is er veel verloop op het complex. Veel ouderen die hier al lange tijd zaten, zijn vertrokken omdat ze het fysiek niet meer aankonden of ze zijn overleden. Dat waren de mensen die vaak bleven slapen op de tuin. Tegenwoordig zie je ’s avonds bijna niemand meer. Wij hebben de afgelopen twee jaar de tuin flink veranderd. Het huisje verbouwd, een terras aangelegd. Vooral ook om het onszelf makkelijker te maken. Ik vind het heerlijk om in de aarde te wroeten, dus ik doe de planten. John doet het zwaardere werk.”

John: “Wij hebben veel plezier hier. Maar wat ik niet begrijp is dat mensen hier niet vaker komen. Je moet toch je tuin onderhouden? Sommige mensen zie je enkel met mooi weer. Na augustus komen ze niet meer. Zo’n tuin is toch een liefhebberij die aardig wat geld kost, waarom komen ze dan niet vaker?”

interview: oktober 2007