In juni 2008 kwamen we voor het eerst hier op de tuin, bij vrienden van mijn broer. Het was avond en er stonden overal kaarsjes, het was sprookjesachtig. We waren helemaal verkocht en hebben ons direct opgegeven voor een tuin. Helaas was er een wachtlijst en kwam er in december pas een tuin voor ons vrij. De bestuurssecretaris heeft toen enorm haar best gedaan om ons nog voor de Kerst, op 24 december de sleutels te kunnen overhandigen. En ondanks de kou hebben we de hele kerstvakantie hier doorgebracht en geklust in het huisje.

Dit is een fijne tuin, wat afgesloten van het pad, met een kas en mooie rododendron. We hebben wel wat coniferen weggehaald want het was erg ingegroeid. In het huisje lagen dikke vloerdelen, waarvan sommige met grote gaten, want er woonden verschillende muizenfamilies onder. Van die planken hebben we stevige tuinmeubels getimmerd. Nu zijn er niet veel muizen meer. Wel zien we ‘s winters tandafdrukken in de zeep, zullen ze dat opeten? Wij stellen ons dan voor dat ze bellenblazend op de tafel dansen.

Het eerste jaar hebben we vooral gekeken wat er allemaal in de tuin opkwam. Langzaam brengen we veranderingen aan en zo evolueert de tuin met ons mee. Veel planten uit de oude tuin waarderen we enorm. Zo doet de oude pruimenboom het bijvoorbeeld nog heel goed, zeker nu we weten hoe hem te snoeien.

Afgelopen jaar hebben we onderzocht of we van onze hobby – tuinieren – ook ons werk konden maken. We hebben in een oude school plantjes vanaf zaad opgekweekt en verkocht op de Rotterdamse Zaait markt. In het Verborgen Tuinen weekend stonden we hier achter de kantine met plantjes en tijdens het openingsfeest met taart en zelfgemaakte jam (zoals van de pruimenboom) op het voorterrein. Dat was allemaal heel leuk, we kregen veel goede reacties, maar het vraagt veel te veel investering om het echt te professionaliseren. Bovendien hebben we weer genoeg ander werk.

Ook de tuin zelf is veel werk, alhoewel het na het eerste jaar wel minder werd. Je moet er wat handigheid in krijgen, het gaat nu steeds meer vanzelf. Maar het is ook heel leuk om plannen te maken, en ze dan niet uit te voeren. Deze tuin werd wel eens de verstoptuin genoemd, omdat hij zo verborgen ligt. Dat bevalt ons wel, zo op ons zelf te zijn. We zijn hier iedere week en zomers slapen we hier geregeld. Het is hier heerlijk, we worden al rustig als we vanaf onze favoriete route door de IJskelder hier aankomen.

Interview september 2012,  Margo de Poel