Na het verhaal over de krokus die geen krokus was, de herfsttijloos, nu een stukje over de echte krokus.
Net als de tulp en het sneeuwklokje is de krokus geen inheemse plant. Oorspronkelijk komt hij uit de Balkan en Klein Azië; enkele soorten komen uit Centraal Europa en Centraal Azië. De natuurlijke omgeving voor de krokus zijn rotsachtige berghellingen en alpenweiden maar ook bosranden en kreupelhout.

De Krokus is een geslacht uit de lissenfamilie (Iridaceae) dat 90 wilde soorten omvat. Een derde deel daarvan bloeit in de herfst. Het is een knolgewas; de bloemen zitten op een korte steel en zijn trechtervormig. Ze hebben zes bloemblaadjes die in twee cirkels zijn gegroepeerd. De bloem heeft één stijl en drie meeldraden, meestal diep geel van kleur. De bloemkleur varieert van wit en geel tot paars/ violet. Een aantal soorten hebben zacht gestreepte bloemen. De bladeren zijn grasachtig met een lichte/ witte middenstreep. Ze verschijnen iets voor of tegelijkertijd met de bloei.

Bol of knol. Bij de krokus is er sprake van een knol hoewel er bij de benaming vaak het woord “bol” gebruikt wordt. Een bol bestaat uit verdikte bladeren rondom de kiem waarin het voedsel voor de plant opgeslagen zit. Bij doorsnede zijn de zogenaamde “rokken” goed te zien. Tulpen, uien of hyacinten zijn bolgewassen. Een knol is een door voedingsstoffen opgezwollen voet van een stengel, een knol is bij doorsnede massief.
In de 16e eeuw werd de eerste krokus naar Nederland gebracht door de Vlaming Ogier van Busbeke, gezant van de Oostenrijkse keizer Ferdinand in Turkije. Hij was tevens geleerde, humanist en plantkundige en vooral bekend om het introduceren van de tulp.

De krokus is een echte stinzenplant. In de 17e en 18e eeuw werd hij samen met het sneeuwklokje en de winterakoniet aangeplant bij landgoederen en herenboerderijen, vooral in Friesland en Groningen, om daar te verwilderen. Deze aanpak paste goed bij de toen heersende tuinmode, de informele landschapsstijl. Het gaat hier vooral om de Crocus Vernus, de Bonte Krokus, afkomstig uit de gebergten van Midden- en Zuid-Europa. De bloem is paars of wit en bloeit al vanaf februari.

Crocus Thomassianus of Boerenkrokus is later, na 1850, ingeburgerd als stinzenplant. Hij is afkomstig uit de Balkan. De bloem is paars met een witte steel. De bloemblaadjes zijn spitser dan die van de Bonte Krokus en de bloeitijd valt nog iets eerder (februari – maart). De term “boerenkrokus” doet vermoeden dat het hier om een stoere, forse bloem gaat maar niets is minder waar. De Duitse benaming “Elfenblume” past veel beter.

Botanische- en tuinkrokussen
Er is verschil tussen botanische of wilde krokussen en tuinkrokussen. Botanische krokussen staan het dichtst bij de soorten uit het oorspronkelijke gebied van herkomst. Het zijn de soorten die zich hier op de natuurlijke manier als stinzenplant kunnen handhaven. Ze vermeerderen zich door broedknolletjes die groeien op de hoofdknol maar ze kunnen zich ook uitzaaien. Het zaad wordt verspreid door de wind of door mieren. Aan het zaad zit namelijk een mierenbroodje bevestigd, iets wat mieren graag lusten. Het zaad wordt gevormd door bestuiving van vroeg vliegende bijen, hommels en vlinders. De botanische krokus bevat veel nectar en stuifmeel, het voedsel dat deze insecten dan heel hard nodig hebben. Als er geen bestuiving door insecten heeft plaats gevonden kan de bloem zich ook zelf bestuiven. De vroegst bloeiende botanische krokus is de Crocus Chrysanthus of Vroege Krokus. De bloem is geel en In een zachte winter kan hij al in januari bloeien. De al eerder genoemde Bonte krokus en Boerenkrokus en varianten daarvan zijn de meest voorkomende botanische krokussen. Het lijkt erop dat gele botanische krokussen zich minder goed kunnen handhaven dan paarse of witte.

Tuinkrokussen
Met deze benaming worden gekweekte, grootbloemige soorten bedoeld. Het zijn de meest gangbare krokussen, te koop van tuincentrum tot supermarkt. Sedert de introductie van de krokus in Nederland zijn er heel veel cultivars en hybriden geteeld in allerlei kleurvarianten. Crocus Vernus en Crocus Flavus (geel) vormen de basis voor deze variëteiten. Ze hebben grotere bloemen en bloeien later (in maart of april) dan de botanische krokus. Ze kunnen zich niet uitzaaien maar kunnen zich wel vermeerderen door broedknollen.

Herfstbloeiers
Tot nu toe ging het over in het voorjaar bloeiende krokussen maar er zijn ook in de herfst bloeiende soorten. Vanaf juli kunnen de knollen gepoot worden. Ze zullen dan nog hetzelfde jaar bloeien. Al naar gelang de soort vanaf september tot december. Met deze herfstbloeiende soorten is veel minder gekweekt. Waarschijnlijk omdat dit minder interessant is voor bollentelers. In het voorjaar kijkt iedereen meer uit naar bloeiende planten als voorbode van de lente. Een aanrader onder de herfstkrokussen is de Crocus Speciosus oorspronkelijk voorkomend in Turkije; de Kaukasus en Iran. De kleur is paars/ violet maar er is ook een witte variant. Hij bloeit in september, oktober en november. Het is een naaktbloeier, het blad verschijnt pas in de lente (veel maar niet alle herfstkrokussen zijn naaktbloeiers). Er zijn nog veel meer herfstbloeiende soorten waaronder……

De Crocus Sativus of Saffraankrokus de leverancier van het kruid saffraan. Hier valt veel over te vertellen daarom wijd ik er liever een apart hoofdstuk aan.

Krokusweetjes: Het blad van de krokus moet niet afgeknipt of gemaaid worden. De knol put voedsel voor het volgend jaar uit het blad. Bovendien verschijnen de zaaddozen pas later boven de grond. Merels en mussen hebben een voorliefde voor de gele krokussen en stampen ze graag plat. Muizen, kraaien en eksters vinden krokusbollen een grote lekkernij. Toch is de knol licht giftig en voor kleine kinderen en kleine huisdieren kan hij een gevaar opleveren.

Alle gegevens voor dit verhaal zijn gevonden op internet bijvoorbeeld op Wikipedia maar o.a. ook bij de onderstaande adressen.

https://www.allesoverbloembollen.nl/bloembollen-soorten/herfstbloeiende-bolgewassen/herfstkrokus/
https://www.stadsplanten.nl/2022/02/je-kan-ze-wel-krokussen/
https://www.allesoverbloembollen.nl/bloembollen-soorten/voorjaarsbloeiende-bolgewassen/krokus/
https://www.floravannederland.nl/planten/boerenkrokus
http://www.stichtingoase.nl/doc/pdf/1997_voorjaar_welke-krokussoorten-zijn-geschikt-voor-verwildering.pdf

Foto en tekst: Liesbeth Benneheij