Door Hennie van Elderen

Als ik nu aan het werk ben in de tuin, achtervolgt mij steeds een roodborstje. Bij de composthoop of de border, op het terras of bij het vegen van de bladeren op het pad. Steeds is hij er weer en hij komt ook zo dichtbij dat ik hem bijna kan aanraken.

Het roodborstje is op zoek naar voedsel. Mijn werken brengt  allerlei diertjes aan het licht en op het terras laat ik af en toe wat kruimels achter van mijn lunch. Het roodborstje eet voornamelijk van kleine beestjes die op de grond leven zoals kevers, wormen en spinnetjes, aangevuld met bessen en zaden. Anders dan andere tuinvogels zoeken ze op een bijzondere manier naar voedsel. Ze gaan stil, laag boven de grond zitten en duiken dan naar hun prooi. Andere roodborstjes zijn daarbij niet gewenst. Ook in de winter heeft ieder een eigen territorium.  Zelfs man en vrouw roodborst zitten elkaar in de weg en zijn alleen in het broedseizoen bij elkaar. Hun oranjerode borst gebruiken ze om elkaar te imponeren. De jongen moeten geen agressie oproepen, vandaar dat die pas later in het jaar van gespikkeld bruin naar het echte oranjerode kleuren.

Invasie uit het noorden

Na een zomerstop hoor je in september overal roodborstjes zingen. Dat zijn de mannetjes die door de rui zijn en hier blijven om te overwinteren. Zij markeren een klein voedselgebied waar ze de hele winter blijven. De vrouwtjes en jonge vogels trekken meestal weg naar Spanje of Zuid-Engeland. Tijdens de herfst komen er honderdduizenden roodborstjes uit oostelijke en noordelijke streken op ons milde zeeklimaat af. En dan beginnende gevechten van man tegen man om een goed en rijk winterterritorium. Na het vechten hoor je plotseling op allerlei nieuwe plekken roodborsten zingen. Dat zijn de Russen, de Finnen en andere Scandinaviërs die een plekje hebben weten te veroveren. De hele winter zingen ze om hun voedselgebiedje te verdedigen. In het voorjaar trekken ze weer naar het noorden en komen  de dames en de jonge vogels terug. Die gaan de strijd aan met de gevestigde orde voor een eigen territorium. Dat gaat er niet zachtzinnig aan toe. Uiteindelijk heeft iedereen weer zijn plek, wordt er volop gezongen en genesteld.

De winter doorhelpen

Je kunt de roodborst in het koude seizoen helpen door de bladeren onder de struiken en in de borders te harken waar insecten onder kunnen schuilen. Bijvoeren met gedroogde meelwormen,ongekookte havermout of een zadenmix op beschutte plekjes op de grond helpt de vogels ook de winter door. Bessen worden niet alleen door de roodborst maar ook graag door andere vogels gegeten. Plant daarom naast vaste planten wat bes-dragende struiken aan. Denk bijvoorbeeld aan de kardinaalsmuts of de stekelige hulst, een meidoorn of een sleedoorn.

Bronnen:

www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodborst

www.vivara.nl/tips-nico/waar-blijven-onze-roodborstjes