Als je onze volkstuin binnen wandelt, bijvoorbeeld via de zij ingang langs de sloot, dan liggen er vaak wilde eenden te soezen in het gras. Merkwaardig genoeg lijken het alleen bruine vrouwtje eenden te zijn. Dit fenomeen was me al vaker opgevallen aan het eind van de zomer, in augustus bijvoorbeeld, langs de singel en in de vijver….geen man te bekennen. Zijn alle mannen na een intensief liefdesleven in het voorjaar, voor een rustkuur vertrokken? Is dit iets wat ik alleen zie? Misschien moet ik er eens een onderzoekje aan wagen.

En wat blijkt….het klopt, ik heb me niet vergist. Alleen zijn de mannen niet zo zeer verdwenen maar hebben ze zich als vrouwtjes vermomd. Aan het eind van de zomer gaan de eenden in de rui en verliezen ze hun slagpennen waardoor ze tijdelijk niet meer kunnen vliegen. Het is dan dus zaak om zo min mogelijk op te vallen. Vandaar het wat saaie bruine verenpak. Het heeft zelfs een naam: het “eclipskleed”.

Voor de oplettende kijker blijft het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes zichtbaar: De mannen (woerden) hebben een geel/groene snavel en een wat meer rood/bruine borst. De vrouwtjes hebben een oranje snavel met vaak een donkere vlek.

Vogelveren verslijten in de loop van de tijd en worden bros door de invloed van de UV straling. Daarom verliezen vogels zo’n twee tot drie keer per jaar geheel of gedeeltelijk hun veren en komen er nieuwe voor inde plaats, de ruiperiode. Alle vogels ruien na de voortplantingsperiode. Het is een rustige tijd, de jongen zijn groot. Er hoeft nu geen territorium meer afgebakend te worden daarom wordt er niet meer gezongen.

In tegendeel het is opvallend stil wat de vogels betreft. Ze lijken haast van de aardbodem te zijn verdwenen. Ruien kost veel energie en dat maakt vogels kwetsbaar. Het is dus noodzakelijk om zo min mogelijk op te vallen. De nazomer is een goede tijd voor de rui omdat er dan nog voldoende voedsel aanwezig is. Bij vogels die alleen van het vliegen afhankelijk zijn verloopt de rui geleidelijk en duurt langer. Bijna alle watervogels en dus ook de wilde eenden verliezen de slagpennen van hun vleugels in één keer zodat ze niet meer kunnen vliegen. Zwemmen blijft nog altijd een optie en bij gevaar kunnen ze zich terugtrekken op het water. Aan het eind van de winter hebben de mannen hun vrouwenkostuum weer ingewisseld voor hun opvallende uiterlijk met de glanzende groene kop; het zomerkleed.

Door: Liesbeth Benneheij