Vlinders in de winter? Het klinkt tegenstrijdig, maar ze komen toch echt voor in dit jaargetijde. Wintervlinders verschijnen pas na de eerste nachtvorst en blijven ongeveer tot begin januari. De kleine en grote wintervlinder komen algemeen voor in ons land, de berkenwintervlinder en de najaarsspanner alleen in bepaalde gebieden.

Vrouwtjes wintervlinder kunnen niet vliegen

Al deze vier zijn soorten van de grote nachtvlinderfamilie de spanners. Ze hebben met elkaar gemeen dat de vrouwtjes alleen restantjes van vleugels hebben. In de loop van de tijd zijn de vleugels gereduceerd en ze kunnen dan ook niet vliegen. De vrouwtjes steken al hun energie in de voortplanting. De mannetjes van de wintervlinders kunnen vliegen met een lichaamstemperatuur van amper 5°C. De natuur heeft hen daarvoor perfect aangepast. Ze fladderen veel trager dan hun zomerse familieleden. De wintervlinders hebben geen mond en kunnen niet eten. Ze verbruiken de reserves die ze als rups hebben opgebouwd.

Bij ons vliegen er twee soorten rond: de grote en de kleine wintervlinder. De grote is bruin met een variabel vlekpatroon, de kleine is grijs met iets donkere banden. Beide leven ze in de buurt van de loofbomen waar hun rupsen van eten.

De voortplanting

De poppen van de vrouwtjes zitten onder een boom in de strooisel laag en in de grond. Als ze uit de pop komen, kruipen ze over de boomstam naar boven toe. Op die stam zitten, als het goed is, de mannetjes al te wachten om met de vrouwtjes te paren. Tijdens de daad wil hij haar wel eens mee van de grond tillen en gaat de paring al vliegend door.

Na de paring zet het vrouwtje haar eitjes af in spleten van de bast en op takjes van de boom. In het voorjaar komen daar de rupsen uit. De rupsen kunnen makkelijk een week zonder eten en laten zich verspreiden door de wind. Dan beginnen ze te eten aan het jonge uitlopende blad. De rupsen vormen een lekker hapje voor de zangvogels die op dat moment hun kroost grootbrengen.

Makkelijk te spotten

Als je ze wil spotten, heb je de meeste kans bij schemering als de temperatuur enkele graden boven nul blijft. In de buurt van bomen en struiken zijn ze vaak aanwezig. In het licht van bijvoorbeeld de fietsverlichting vallen ze des te meer op. Op de stam van een loofboom zitten de mannetjes soms met tientallen bij elkaar. De vrouwtjes, die niet vliegen, scheiden feromonen af om mannetjes te lokken. In de buurt van straatverlichting raken de mannetjes van slag, want het licht verstoord de paring. Ze zijn per slot van rekening gewend om in het donker te paren.

Door Hennie, Tuin 86. Foto van prof.bizzarro via Flickr CC By 2.0

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28497

https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/wintervlinders

https://www.onzenatuur.be/artikel/tien-bizarre-weetjes-over-wintervlinders