Op 1 juli 2021 gaat de WBTR in. In deze wet staan regels voor goed bestuur. Ook VTV Blijdorp zal de reglementen daarop aanpassen, indien daarin nog niet voorzien is.

Maar het belangrijkste van deze wet is transparantie. Dat het bestuur en ook de commissies waarover het bestuur eindverantwoordelijk is, open en helder zijn over wat ze doen en waarom. Daarom zijn wij ook gestart met het maandelijkse Bestuursnieuws en betrekken wij commissies dichter bij het bestuur, zodat het reilen en zeilen in de vereniging goed bestuurd kan worden. In de ALV wordt verantwoording afgelegd aan alle leden.

In de komende ALV (29 mei 2021) stemmen wij over het nieuwe Huishoudelijk Reglement en het Tuinreglement. Voorzover nodig hebben wij regels die volgens de WBTR opgenomen moeten worden, erin verwerkt. Wijziging van de statuten (en daarmee naar de notaris) moet binnen 5 jaar na ingang van de wet geschieden. Dus wij wachten nog even de modelstatuten van de AVVN af, zodat wij kunnen zien in hoeverre er statutenwijzigingen nodig zijn. In de tussentijd handelen wij uiteraard volgens de wet.

De regels die nu al in het nieuwe Huishoudelijk Reglement worden meegenomen zijn, artikel 11, punt 2 en 3:

  1. Alle bestuursleden hebben gelijkwaardige stem, er bestaat geen meervoudig stemrecht. Dat is bijvoorbeeld dat een voorzitter dubbele stem heeft of vetorecht. Dat hebben wij niet, maar dat moet nu ook vastgelegd zijn.
  2. Dat bestuursleden die een persoonlijk belang hebben bij een bepaalde beslissing, niet mogen meestemmen. Denk bijvoorbeeld aan: “mijn broer kan die klussen wel doen voor een zacht prijsje” of “ik heb een nieuwe laptop nodig op kosten van de vereniging, anders kan ik mijn taken niet uitvoeren”. Nou ja, verzin het maar, het komt bij ons niet voor, maar deze regel moet wel vastgelegd worden.

Er moet ook een regel opgenomen worden, in de statuten waarschijnlijk, over een aparte continuïteitscommissie, die tijdelijk de taken overneemt als het hele bestuur in één keer opstapt. Voor deze regel wachten wij het advies van de AVVN af.

Hieronder uitgebreide informatie over de WBTR. Deze info komt van de website www.wbtr.nl. Deze site is een initiatief van verenigingen, niet van de overheid. De wet zelf is te vinden op www.overheid.nl.

Wat is de WBTR?

De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) is bedoeld om bestuur en toezicht van verenigingen en stichtingen te verbeteren. Er zijn regels opgesteld over taken, bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheid. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden. Helaas blijken zaken als ‘een greep uit de kas’ en ‘vriendjespolitiek’ vaker voor te komen dan velen denken. De wet gaat dat tegen door procedures en verantwoordelijkheden met elkaar te bespreken en vast te leggen.

Verplichtingen

Bestuursleden en toezichthouders hebben de plicht het belang van de vereniging of stichting voorop te stellen. Dat klinkt logisch, maar anders dan bij ondernemingen was dat nog niet in de wet vastgelegd. Dit betekent dat de WBTR eisen stelt aan het handelen van bestuursleden en toezichthouders en hen verplichtingen oplegt.

Aansprakelijkheid

Als aan die verplichtingen niet wordt voldaan, kunnen bestuursleden en toezichthouders aansprakelijk zijn. In een aantal gevallen zelfs hoofdelijk aansprakelijk. Eisen die bij ondernemingen worden gesteld aan Raden van Commissarissen gelden nu ook voor toezichthoudende organen, verenigingen en stichtingen.
Na introductie van de WBTR is de wettelijk regeling van aansprakelijkheid bij faillissement van toepassing op alle bestuurders en commissarissen van verenigingen en stichtingen, waarbij dan dient te worden opgemerkt dat het bewijsvermoeden niet geldt voor informele verenigingen en stichtingen.

Goed bestuur en toezicht

Volgens de wet moeten de bestuurlijke structuur, besluitvorming en het toezicht op orde zijn. Dat kan op verschillende manieren. Welke het beste past bij jouw vereniging of stichting , maak je zelf uit. Als je die zaken regelt en vastlegt, laat je zien verantwoordelijkheid te nemen.

Kans op problemen

“Het gebeurt bij ons niet. Wij vertrouwen iedereen binnen de vereniging.” Dat kan zo zijn, maar de wetgever kijkt er wat anders naar. Helaas door ervaring is de overheid wijs geworden. Als je zaken niet goed regelt en vastlegt, bestaat de kans op problemen. Soms met grote financiële en persoonlijke gevolgen.

Plichten en sancties

Onduidelijke financiële transacties. Ondoorzichtige administraties. Opdrachten gunnen aan relaties. Of veel erger: malversaties. Je wilt er als bestuurder niet mee te maken krijgen. Om te waarborgen dat verenigingen en stichtingen netjes worden geleid, heeft de overheid de wetgeving aangescherpt.

De nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen legt verplichtingen op. En koppelt er sancties aan, zoals hoofdelijke aansprakelijkheid. Daarom is het belangrijk dat verenigingen en stichtingen hun zaken goed op orde hebben en dat kunnen aantonen.

Alleen statuten wijzigen is niet voldoende

Het ministerie van Justitie en Veiligheid zegt: Het wetsvoorstel geeft vorm aan een professionaliseringsslag bij verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen, waaronder in de semipublieke sector. De noodzaak van deze professionaliseringsslag is gebleken na een aantal incidenten.

Met incidenten bedoeld men financiële problemen, zelfverrijking van bestuurders, fraude, diefstal. Het alleen aanpassen van statuten is echt onvoldoende om aan deze wet te voldoen.

Aandachtspunt: Tegenstrijdige belangen

Als een bestuurslid of toezichthouder een persoonlijk belang heeft dat strijdig kan zijn met het belang van de vereniging of stichting, mag hij of zij niet deelnemen aan de besluitvorming. Binnen de vereniging of stichting moet zijn vastgelegd hoe besluitvorming in dergelijke gevallen plaatsvindt.

Aandachtspunt: Geen bestuur

In statuten van verenigingen of stichtingen moet staan hoe wordt omgegaan met situaties waarin er tijdelijk geen bestuurslid of toezichthouder is. Dat geldt dus ook als een bestuurszetel vacant is. Hiervoor kan bijvoorbeeld naast de kascommissie een continuïteitscommissie worden ingesteld.

Aandachtspunt: Gelijkwaardige stemmen

Een bestuurslid of toezichthouder mag niet meer stemmen uitbrengen dan de anderen samen. Hij of zij mag dus niet in de gelegenheid zijn alle anderen te ‘overrulen’.