Mijn wormenhotel is nu een half jaar oud en het begint wat te lopen. De wormen hebben zich voortgeplant, al is het niet genoeg om al mijn gft om te zetten. De winter komt eraan. Tijd om het wormenhotel mee naar huis te nemen.

De optimale temperatuur voor de wormen is zo’n 15 tot 25 graden. Ze kunnen slecht tegen temperaturen onder de 10 graden en bij vorst bevriezen ze. Het wormenhotel moet dan worden ingepakt. Ook zie ik dat de wormen door de gaatjes vallen in de onderste bak met perculaat en dan kunnen ze verdrinken. Het wormenhotel gaat mee naar huis, omdat ik niet weet hoe vaak ik op de tuin kom van de winter en graag wil dat de wormen overleven. Het wormenhotel staat nu nog in mijn gang. Als het te veel gaat stinken, verhuist het naar de kelder. Na de winter besluit ik of ik er mee doorga of de wormen weggeef. Als er geen liefhebber voor komt, zet ik ze na de winter uit op mijn composthoop op de volkstuin.

Conclusie

Een wormenhotel kan handig en leuk zijn als je geen composthoop kan hebben. Het vervangt de composthoop niet. Het wormenhotel verzorging nodig. Het nadeel is dat de wormen gevoelig zijn voor temperatuur en voor bepaald scherp voedsel. Ook verdrinken ze als het te nat wordt en het afval moet in stukjes geknipt. Het kan stinken als je te veel afval geeft en dan zouden de wormen ook weer dood kunnen gaan. Het trekt andere beestjes aan zoals thuis fruitvliegjes. Op de tuin zaten er ook pissebedden, slakken in en zag ik ook een duizendpoot, waarschijnlijk meegekomen met het tuinafval. Het compost van de wormen heb ik nog niet kunnen keuren. Het perculaat heb ik regelmatig aangelengd met water op de tuinplanten gegoten. Of het goede bemesting is, zie ik in het komend tuinseizoen wel of de planten hierdoor extra groot gaan worden.

Hennie